zondag 18 februari 2024

Tranquilo

Onze bijna genormaliseerde dagelijkse hectiek, ik zou er wel een boek over kunnen schrijven. Omdat ik het een boeiend en tegelijk moeilijk iets vind. Omdat het ons mensensysteem compleet tureluut en zelfs ziek maakt. Omdat het er ook voor zorgt dat mensen van zichzelf verwijderd geraken. Van hun eigen kern, en daardoor ongelukkig/ontevreden door het leven gaan. Boosheid, frustratie, angsten, muggenzifterij, snel (ver)oordelen ... Het zijn allemaal symptomen van een disbalans. 

En we zitten allemaal in die carrousel, maar steeds vaker zie ik mezelf die gejaagdheid van ons dagelijkse bestaan vanop een afstandje observeren. Ik voel me er dan op een of andere manier zelfs geen deel van. Dan kijk ik naar de orkanen van zaken, mensen, to do's en deadlines die ons van onze sokken blazen. En besef ik dat we het toelaten. Niet altijd makkelijk om aan te ontsnappen natuurlijk. Maar hoe langer, hoe meer lukt me dat beter. Ervoor kiezen om even niet mee te doen. Dat voelt oncomfortabel, want het synchroniseert niet met onze 'programmatie'. Van kleins af aan worden we immers gestimuleerd om altijd 'mee te doen', erbij te horen. Maar net dát gaat tegen onze natuur in.

Hoe ongezond gejaagd we hier wel leven, besefte ik nog maar eens tijdens mijn recente Spaans solotripje. Ik wou er even tussenuit. Hartje winter. Na een ontzettend drukke periode. Mijn mensensysteem had nood aan de warme rust van ... even niets. Ik luisterde naar 'mijn systeem'. Iets wat ik nog nooit echt op die manier gedaan had. En waardoor ik veel jaren terug al eens tegen de lamp liep. Opgebrand.

Nu laat ik dat niet meer toe. Mid 40 leer je dan eindelijk wat grenzen zijn, denk ik. In mijn geval toch. ;) Ik trek die grenzen steeds meer: in alle aspecten van mijn leven, privé en professioneel. Alles wat energie zuigt en te veel van me vraagt, daar weet mijn innerlijke radar ondertussen wel raad mee: er gaat veel minder aandacht en gepieker naartoe. Of ik sluit het af. Het blijft een levenslange oefening, maar ik merk toch dat ik de dingen zoveel makkelijker van me kan laten afglijden. Omdat ze vaak heel banaal zijn. 

Mijn soloreisje heeft ook echt bijgedragen aan die mindset. Alleen even weg zijn was voor mij geen vorm van eenzaamheid of een vlucht van iets, maar een trip naar bewustzijnsverruiming. Een verrijking. Mijn zintuigen stonden zoveel meer op scherp, waardoor ik alles beter opnam. Ik zag meer, ik rook meer, ik voelde meer.
Wat niet wil zeggen dat ik mijn allerliefste huisgenoten voortaan thuislaat. ;) Nee, daar heeft het ook helemaal niets mee te maken.

Natuurlijk miste ik ze ook wel, maar ik voelde dat ik dit moest doen voor mezelf. Om een persoonlijke grens te verleggen. Om te ontdekken dat angst slechts iets is wat in je hoofd ontstaat, door je eigen belemmerende gedachten en overtuigingen. Maar die meestal niet nodig zijn. Want hoeveel zaken doen we al dan niet vanuit angst? Ontzettend veel. En het weerhoudt ons er alleen maar van om ons leven ten volle te leven.

Tijdens mijn solotripje ontdekte ik meer over mezelf. 
Dat ik in de eerste plaats heel graag bij de mensen ben die ik graag zie, maar dat ik ook best prima functioneer - en ja, zelfs heel erg kan genieten - in mijn uppie. 
Dat ik altijd en in alles op zoek ben naar iets 'diepgaanders' en dat ik het mezelf op die manier niet bepaald makkelijker maak. 
Dat ik een plantrekker ben en behoorlijk vastbesloten als ik iets in mijn hoofd heb. ;) 
Dat ik niet meer zo bezig ben met wat anderen van me denken (yep, ik ging verschillende keren alleen op restaurant en ik vond dat helemaal oké!). 
Dat ik het heerlijk vind om niet te veel te praten. 
Dat ik mijn schrijfwerk misschien ook wil inzetten voor en met een ander doel (something new's cooking ;) )
Dat ik onvoorziene omstandigheden niet zo fijn vind, maar dat ik daar wel altijd een draai aan kan geven als het moet. Acceptatie is de nieuwe vorm van rust.

En zo kan ik nog wel even doorgaan.

De afgelopen dagen kreeg ik vaak de vraag of ik het niet ontzettend moeilijk vond, zo alleen. Wel, nee dus. :) En of het leven elders beter is? Misschien wel, misschien niet. Er wordt al eens lacherig gedaan over de Spaanse way of life, die van mañana en zo. En daar zal best wat van aan zijn, van die 'traagheid'. Maar ik sluit af met de woorden van de geëmigreerde Belgische eigenaars van het autoverhuurbedrijfje, waar ik een wagentje huurde: "Het Spaanse leven is zoveel simpeler. Ze laten de mensen hier met rust. Er heerst een sfeer van tranquilo..."
Awel, ik denk dat dat mijn nieuwe favoriete woord is vanaf nu. ;)

woensdag 23 augustus 2023

De kwetsbaarheid der dingen

 

Bij avondschemering springt ie gezwind op zijn fiets. De wind doorklieft zijn haren, terwijl het geratel van de wielradertjes steeds luider weerklinkt door de straat. Het was een mooie zomerdag. Zoals ze hoort te zijn: broeierig warm. Maar als de iets koelere avond valt, herleeft het leven. En hij ook.

Mijn tiener. Een zwaai kon er niet meer vanaf toen hij vertrok naar zijn vrienden. ‘Geen tijd’, mama. Soms wel. Dan kan er zelfs een knuffel of een snelle ‘tot straks, moeder’ bij. Dat verwarmt altijd mijn hart.

Mijn hart. Dat op een of andere manier steeds ‘leger’ voelt – en kwetsbaarder  – naarmate mijn tienerzonen ouder worden en ik besef dat ze niet meer zo heel lang onder dit dak zullen wonen. Ik las onlangs op social media: ‘Your son growing up will feel like the slowest break up you have ever known’. Net iets te melig misschien. Maar het stokte even in mijn keel. Ik voelde dat, exact zo.

Want achttien en zestien, dat is al lang niet meer van onder mama’s vleugels blijven. Ergens ervaar ik het wel nog zo, in mijn hoofd. Maar ook weer niet. Toen ik een tijdje geleden een artikel over het legenestsyndroom redigeerde, werd het plots helderder: god zeg, ik heb dát dus!

Maar hoezo, was dat niet pas als ze het nest verlaten?? Als ze hun vleugels uitslaan en letterlijk hotel mama vaarwel zeggen? Nee dus. Dat ongenode syndroom sluipt er als een dief in de nacht in, nog voor ze uit huis zijn. Want die vleugels uitslaan, dat doen ze natuurlijk nu al stilaan.

Slik. Ik was net keihard aan het genieten van hen, van ons, van de rust die er is in ons gezin. Ja, rust... zelfs met tieners. ☺️ Ik vind het zo enorm fijn nu. Waarom moet dat legenestgevoel nu al roet in het eten komen gooien?

Mijn tieners kijken me met een zware frons aan als ik hen zeg dat ik hoop dat ze nog lang bij ons zullen blijven. I know, misschien krijg ik ooit spijt van die uitspraak 😉, maar nu nog niet. Want ik voel het zo. En als ik iets voel, dan moet dat eruit. Ook al weet ik dat ze me stiekem een beetje uitlachen en me ‘extreem cringe’ vinden op die momenten. 😉 

Ach ja, doe maar jongens. Zolang ik af en toe nog ‘tot straks, moeder’ hoor, kan dit moedertje er nog wel even tegen. 😊

 

x

vrijdag 6 mei 2022

Collateral damage

Collateral damage … Twee jaar geleden was het voor mij nog een vage term. Iets uit films of zo. Ver weg. Vandaag is het dichtbij. In ieders leven voelbaar. De voorbije twee jaren hebben wonden geslagen. Diepe, gapende wonden. 

Je kunt je ogen daarvoor sluiten. Dat is makkelijk. En hip vooral, om altijd het positieve in deze wereld te zien. Want ja, ‘wat moet je anders’?

Maar in deze tijden gaat die roze ballon alleen niet meer op. Deze tijden zijn te hallucinant om onszelf te verhullen in een peis-en-vree state of mind. De waarheid is niet mooi. Ze is rauw. Ze is lelijk. Ze is meedogenloos.

De wereld staat in brand. Letterlijk. Figuurlijk. En alles daartussen. Met getrokken messen tegenover elkaar en een virus dat twee jaar geleden de gateways opende naar een ongeziene crisis. Die initieel een groot pijnpunt in onze gezondheidszorg blootlegde (waar blijft die opschaling?) , en daarna koers zette naar een breed-maatschappelijk drama.

En dat doet pijn. Zeer veel pijn.


In mijn omgeving zie ik gezinnen en alleenstaande ouders, met normale inkomens nota bene, die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. Die hun maandelijks budget voor een groot stuk moeten wijden aan basisvoorzieningen. Die hun kinderen met lege brooddozen naar school moeten sturen. Die alles bij elkaar moeten schrapen om een schooluitstap te financieren. Nog meer dan ooit.


In mijn omgeving zie ik ondernemers die hun droom in rook zien opgaan. Van de ene dag op de andere. Die de kosten, lasten en stress simpelweg niet meer dragen kunnen. Die de handdoek in de ring gooien en me vertellen dat ze ‘op’ zijn. Van twee jaar vechten en geen uitweg meer zien. Geen licht aan het einde van de tunnel. Geen perspectief. Niets meer.


In mijn omgeving zie ik zoveel stress door dwangmaatregelen (die er nu even niet zijn, maar wel zullen terugkeren), maar ook burn-outs, depressies, scheidingen, intrafamiliaal geweld, zelfmoorden, familieruzies en -breuken door de oeverloze discussies over wat er in deze wereld gaande is...


En ja, soms wou ik dat ik dat allemaal niet meer zag. Dat zou makkelijker zijn. Vrolijk mijn leventje leven. Maar het lukt me steeds minder goed. Dan snijdt dit alles door merg en been. De collateral damage met een C die nog vele malen groter is dan die andere C. Disproportionele schade waarvoor vele doodgezwegen experts en wetenschappers al in den beginne waarschuwden, maar die weggezet werden en worden als complotdenkers en C-ontkenners.

Vandaag wil ik het voor hen opnemen. Want die disproportionele schade is er wel degelijk. En dit is nog maar het topje van de ijsberg. We ain’t seen nothing yet.

Het klinkt heel erg zwartgallig, en dat is het ook. Jammer genoeg. En natuurlijk, er spelen zich de vreselijkste dingen af op 2000 km van ons en nog op heel veel andere plaatsen in deze wereld. Dat is met geen enkele pen te beschrijven. Maar we mogen ook niet blind zijn voor wat er in onze eigen dichte omgeving gebeurt. Hier. In je eigen achtertuin. We mogen de ogen niet sluiten voor wat alle maatregelen de afgelopen twee jaar ontketend hebben. Om nog maar te zwijgen van de erfenis waarmee dit beleid onze kinderen opzadelt. Was dat écht proportioneel? Een volledige samenleving zo'n lange periode in de grootste wurggreep houden voor een virus dat blijvend onder ons zal zijn, en nog vele tientallen jaren laten kreunen onder deze collateral damage? Nee, toch niet.

Waar blijft de collectieve verontwaardiging? Ik vraag het me echt af ...


Voor alle ondernemers, gezinnen en … ieder die het moeilijk heeft, om welke reden dan ook. Een groot hart onder de riem.

Voor alle beleidsmakers: ik heb er eigenlijk te weinig woorden voor, misschien enkel deze twee: WAKE UP.

donderdag 25 november 2021

Zij aan zij

‘Mama, je ziet er moe uit’, zegt mijn zestienjarige zoon. Als hooggevoelig zieltje heeft hij me altijd goed kunnen aanvoelen, van kleins af al. Als geen ander doorziet hij me. Zonder woorden. Hij heeft helemaal gelijk, ik ben doodop. 

Ik slik mijn tranen weg. Maar waarom eigenlijk? Waarom zou ik me inhouden? Want we leren onze kinderen dat het belangrijk is om emoties te tonen. Dus ik besluit om die opgekropte tranen toch over mijn wangen te laten rollen. En moe zag ik er al uit, dus een stel gezwollen ogen zal het verschil niet maken.

Dus daar gaan ze, die waterlanders. En god, hoelang heb ik ze eigenlijk opgespaard? Ze blijven maar komen, steeds zwaarder en dikker. Ze ploffen neer op het boek dat op mijn schoot ligt en waar ik maar niet doorgeraak de laatste tijd. Dit is de krop in mijn keel die ik al bijna een jaar heb. Alsof ik toen al ergens het gevoel had dat we naar de pijnlijk harde wereld van vandaag zouden evolueren.

Ik huil en huil, tot het snikken toe dat je als kind weleens had als het verdriet heel erg groot was. Zó lang dat ik niet meer echt gehuild heb, besef ik. Ik schrik er zelf van, en mijn lieve puber ook, merk ik. Ocharme, ik zie dat mijn huilbui hem ontreddert. Maar ergens ben ik blij en trots dat hij dat in me kan losmaken.

Iets wat deze wereld ook wat meer nodig heeft, flitst door mijn hoofd. Zonder oordeel vragen hoe het met iemand gaat, de emoties gewoon toelaten, er zijn voor de ander. Ik weet het, in een wereld waarin je moet presteren, heel erg sterk moet zijn, in het gareel moet lopen, en vooral niet mag zeuren, is daar weinig plaats voor. 

Mijn god, wat moeten we veel. Het beheerst ons hele zijn.  'Ik moet dat vandaag nog afkrijgen', 'ik moet naar die afspraak', 'ik moet nog naar de winkel', 'ik moet straks gaan sporten', 'ik moet …'

Mijn hoofd tolt. Mijn lijf voelt zwaar. Ik denk dat er iets op me hangt, zeg ik tegen mijn zestienjarige. Dat dat de zwaarte is die vandaag in de lucht hangt, en dat ik bang ben in wat voor een wereld hij zal moeten leven, vertel ik er niet bij. 

Hij geeft me de allerdikste knuffel. Alles voelt plots een stuk lichter.

Het vult me met hoop ook. En ik heb besloten dat ik vanaf nu alleen nog maar wil hopen.


Op meer menselijkheid.

Op meer wederzijds respect.

Op meer begrip voor elkaar.

Op meer verbondenheid.

Op meer liefde.

Op meer warmte.

Op een wereld waarin we allemaal weer zij aan zij zullen staan. 


Zoals mijn zestienjarige en ik. <3


dinsdag 27 juli 2021

Ergens verloren in het midden

Toen ik - ondertussen heel wat - jaren geleden begon met een bescheiden mamablogje, was dat vooral om mijn – vaak onzekere - moederhart eens goed te luchten. Mijn spreekwoordelijke ei kunnen leggen. Me afreageren als het ware, maar dan op een blad papier. Als jonge mama ging dat – zoals zo vaak – over ploetermoederende toestanden. Van lekkende nachtpampers en de bevreesde twee-is-nee-fases tot de bags under my eyes die allesbehalve in de buurt kwamen van die van Prada (mijn god, wat was ik MOE!).

Niet dat mijn prille mama-bestaan zo’n nachtmerrie van jewelste was, maar ik kan niet ontkennen dat dat blad papier en die pen me bij momenten toch van enige vorm van waanzin gered hebben. Al was het maar om de dit-is-zo-herkenbaar-reacties van collega-mama's te lezen.

Het was dus een beetje als therapie. Net zoals in mijn puberjaren, waarin ik dagboeken volpende met mijn grieven, van foute vriendjes en boze ouders tot een flinke portie onvervalst puberaal zelfmedelijden. Het luchtte onwijs op! En het leek wel alsof ik ze daarna allemaal ‘weer op een rij had’. Of toch voor even. :)

Enfin, van de ene blog kwam de andere, en van heel veel blogjes kwam plots ook een nieuwe uitdaging. Schrijven voor de kost, zowaar! Dankbaar! Maar ondertussen verdween dat therapeutische schrijven van mij steeds meer naar de achtergrond. Alsof al mijn tekstuele inspiratie werd opgeslorpt door mijn professionele schrijfsels. Logisch misschien.

En toch heb ik het niet echt gemist. Dat therapeutische schrijven. Tot de laatste maanden. Er is al ontzettend veel inkt gevloeid over de tijden waarin we vandaag leven. En ik heb lang getwijfeld of ik er nog meer aan zou verspillen. Want ik moet toegeven dat ik, net als elk andere ziel, moegetergd ben in dit hele verhaal. En ik wik en weeg hierbij mijn woorden, want er zijn er die nog moegetergder zijn. En daarvoor alle respect verdienen.

Maar hoe je het ook draait of keert, we zijn in een zotte wereld terechtgekomen. Een wereld waarvan ik een jaar geleden nooit had gedacht dat we erin zouden terechtkomen.

Een jaar geleden genoot ik, zoals de meesten, van de vertraging die ons te beurt viel. En het opnieuw naar waarde schatten van wat er allemaal is, van de natuur die ons alle pracht liet zien tot het samenzijn met onze geliefde bubbel… alles werd opnieuw en veel meer geapprecieerd. We sportten meer, ontdekten nieuwe hobby’s … Het leek wel alsof de wereld en de mens erin een tweede adem vond. En nog meer: de verbondenheid was voelbaar. Ondanks niet-knuffelen, niet-zien, niet-voelen. Toch ging iedereen ervoor. Samen in hetzelfde schuitje. We zouden hier uitgeraken. Samen. Binnenkort. Niet wetende wat die ‘binnenkort’ dan juist was. Maar die binnenkort kwam maar niet.

Hoe en waar is dit zo fout kunnen lopen? Dat er van die ‘SAMEN’ niet meer veel overblijft? Een goed jaar later. 

Op nog geen 18 maanden tijd gingen we van een voelbare verbondenheid naar heel veel eenzaamheid. Verdeeldheid. Een samenleving die geen samenleving meer is, maar een soort van donkere twilight zone waar polarisatie heerst en men met getrokken messen tegenover elkaar staat. Zonder enig respect voor elkaars mening of keuzes. Verwijten vliegen over en weer. En dan zijn er nog de ‘hokjes’: de believers en de non-believers, de vaccinbereidwilligen en de vaccinweigeraars/twijfelaars, de provaxxers en de antivaxxers , de volgzame schaapjes en de vervelende dwarsliggers … voor alles en iedereen is er wel een term tegenwoordig. En in welk hokje je nu juist hoort, heb je zelf niet eens meer te kiezen.

Want er wordt kwistig over dezelfde kam geschoren. Wie ook maar iets van dit afgelopen jaar in vraag stelt, wordt categoriek weggezet als een dolgedraaide complottheorist die in een dwangbuis afgevoerd dient te worden. De brandstapel staat nog net niet klaar. 

Ik verbaas me keer op keer over die vergelijking, want sinds wanneer staat kritisch denken gelijk aan de meeste geschifte vormen van complotdenken? En wat gebeurde er met vrije meningsuiting? Baas zijn over je eigen lijf blijkt vandaag een topic met een reuzegroot taboe-gehalte. Maar de verwijten gaan evengoed ook in de omgekeerde richting. Nog nooit was de wereld zo duidelijk in twee kampen verdeeld. Wie het hier bij het rechte eind heeft, laat ik in het midden. Want ik vrees dat daar nooit een consensus over zal zijn.

Maar het resultaat is dat ik me behoorlijk verloren voel, ergens in dat midden. Ik zoek richtingaanwijzers, maar ik vind er geen. En ik zoek vooral naar die ‘samen’ in ‘samenleving’. Verbondenheid creëren, zelfs over social distancing en andere maatregelen heen. Datgene wat we vorig jaar zo goed konden. Maar we plots verleerd lijken te zijn.

Where has the love gone?

 

dinsdag 5 juni 2018

Examenpleidooi

Tot vorig jaar was juni zowat mijn favoriete maand van het jaar. De lente is inmiddels goed opgewarmd en we zetten een spurtje in naar die langverwachte grote vakantie, waar zalig niksdoen hoogtij viert.
Een onbezorgde maand, quoi.

Maar dan breekt er een tijd aan dat er eentje de stap zet naar het secundair onderwijs. En die onbezorgde maand juni plaatsmaakt voor eentje die gelijkstaat aan stress. Want de examenkoorts laat zich plots voelen. En van vandaag op morgen lijkt het alsof ik weer zelf in die blokperiode zit.

Ik was zo'n streverig stresskonijn, ja. Maar de resultaten waren er dan ook (bijna) altijd. Enfin, het kwam altijd wel goed, op een of andere manier.
Zoonlief is allesbehalve een streverig stresskonijn. 'Goed' voor hem natuurlijk, want zalig zij die zonder zorgen zijn. Maar dat betekent wel dat het ondertussen voor een paar vakken vijf voor twaalf is. Wat zoveel betekent als 'derop of deronder' deze maand.

Dus mama heeft ook stress, ja. En niet een beetje. In dit artikel las ik dat ik allesbehalve de enige ouder ben. Maar liefst drie op de vier ouders lijden eronder. (ik moet dus dringend eens te rade gaan bij die ene gelukkige)
Loslaten, zegt mijn wederhelft en iedereen die mijn pad dezer dagen kruist. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar ik probeer... met een beetje thuisyoga, zelfverzonnen mantra's en eens een extra glas wijn. ;)

Die fles wijn roept echter extra hard als ik een blik werp op zijn wiskundecursus: de commutatieve en distributieve eigenschap... - are u kidding me?? - wie gebruikt het nog vandaag? Eenmaal, andermaal...?

Of zelfs op de leerstof Nederlands. Die laatste mocht dan wel mijn lievelingsvak zijn, maar ik ben nog steeds geen fan van de flauwe plezante die het werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde op zijn palmares heeft staan, bijvoorbeeld. Ik zou liever hebben dat ze in de plaats eens wat meer drillen op de 'dt-leerstof' (die blijkbaar spoorloos is sinds het vijfde leerjaar?), zodat ze dàt tenminste kunnen als ze de middelbare school verlaten. Want dat is vandaag absoluut niet het geval. 

Het is ZO jammer dat ons onderwijs nog steeds, net zoals 30 jaar geleden, de focus legt op pure kennisoverdracht en te weinig gericht is op het ontwikkelen van belangrijke vaardigheden.
Kinderen worden volgepompt met info, en aan zo'n tempo dat ze het onmogelijk naar behoren kunnen verwerken, of laat staan: onthouden. M.a.w.: wat ze vandaag erin pompen, is er morgen weer uit. Zonde van ieders tijd en energie, toch? Om nog maar te zwijgen van die arme gestresseerde ouders... ;)

Het is zoals Thierry Geerts, CEO van Google Belgium, eerder deze week in een artikel verklaarde: "
"Ik heb tonnen respect voor al die leerkrachten die hun stinkende best doen, maar onze scholen tonen jongeren de wereld van gisteren. Niet die van morgen, niet eens die van vandaag. Leerstof uit je hoofd blokken die je de volgende dag weer vergeten bent, en die je vandaag, morgen of binnen tien jaar gewoon op Google opzoekt, dat is niet meer van deze tijd. Mijn kinderen komen verveeld thuis van school, ze bekijken een paar 'how-to-video's' op Youtube en ze hebben meer geleerd dan op een hele schooldag."


I rest my case.


vrijdag 4 mei 2018

The game is on

Een uurtje of twee bij mijn kapster, dat is altijd pure ontspanning. Alleen maakt ze me er - subtiel, doch duidelijk - attent op dat er steeds meer grijze haartjes te camoufleren zijn. Ja, inderdaad. Er is geen stoppen meer aan die grijze haardos in wording. Mijn bezoekjes aan mijn lieve kapster worden dus steeds frequenter.

En ik heb zo'n vermoeden waar die zilveren sprieten vandaan komen, de leeftijd buiten beschouwing gelaten dan. 
Sinds een tijd zijn de kinderen, zoals zovele anderen, verslingerd aan een gedrocht dat Playstation 4 heet. Ja inderdaad, een gedrocht. Nooit gedacht dat een zwart kastje van 30 X 30 cm me (en ongetwijfeld vele andere ouders) tot pure wanhoop zou drijven.

Vooral sinds de talloze aangekochte spelletjes (yep, staat gelijk aan een fortuin) plaatsgemaakt hebben voor Fortnite, een epic game waarbij er vooral veel decibels geproduceerd worden en termen zoals 'looten', 'unlocken' en 'kills' door de lucht vliegen. De essentie ontgaat me volledig, maar de daarbijhorende 'ambiance' en verhitte discussies tussen de kinderen alvast niet.

Ik moet het met schaamte op mijn wangen toegeven, maar Fortnite houdt ons gezinsleven bijna in een houdgreep, ondanks de regels die we opleggen om de boel in te tomen. Maar dat blijkt toch een redelijke maat voor niets, want onze weekendschema's lijken meer dan eens gedicteerd te worden door dit voor mij ondertussen 'duivelse' spel:

"Nee mama, ik kom nog niet eten, want ik moét eerst dit potje uitspelen... " (grijze haar nummer 64 verschijnt als vanzelf)

"Wanneer zijn we terug van dat familiefeestje, want ik heb met X 'afgesproken'? (En met 'afspreken' bedoelen ze dus geen gezellige face-to-face playdate. Nee, online is dat dan. Uiteraard.)

"We gaan een planning opmaken wie wanneer dit weekend zal spelen." (Huh?? Zag ik zonet grijze haar nummer 82 blinken?? En een planning wie wanneer huiswerk zal maken bijvoorbeeld, daar spreekt niemand van, natuurlijk)

KNET-TER word ik ervan!
Meermaals heb ik dan ook al letterlijk de stekker uitgetrokken en het ding bij het weg te brengen huisvuil gezet. 

Het probleem met Playstation 4 is dat het bijna een 'universeel' gegeven is onder tieners, waar je bijna niet omheen kan, want 'iedereen heeft het'. Zoals we vroeger een Gameboy kregen of een computer in huis haalden, omdat iedereen het had. Zo heeft je-weet-wel-wat (zoals de kinderen vaak zeggen, omdat ze weten dat het woord Playstation me ondertussen al doet daveren) zich ook meester gemaakt van vele huishoudens anno 2018. Met allemaal ouders die op dit eigenste moment à volonté grijze haren kweken. 

Ik denk dat ik na dit weekend volledig grijs zal zijn. ;)


woensdag 21 maart 2018

Over rammelende eierstokken

Toen ik net bevallen was van onze jongens, drukte iedereen me op het hart om 'toch maar met volle teugen te genieten, omdat ze zoooo snel groot zijn'. Ik weet nog dat ik op die momenten eens ferm met mijn ogen rolde, omdat dat plaatje echt wel behoorlijk grijsgedraaid was na de 83ste keer.
Maar bijna 13 jaar later moet ik die predikers der clichés overschot van gelijk geven.

Want soms overvalt me een raar schuldgevoel. Dat ik echt niet hard genoeg genoten heb van toen ze klein waren. Dat ik niet geduldig genoeg was. Of niet troostend genoeg, als ze voor de zesde nacht op rij een 'liveconcert' gaven. En ik met mijn vermoeide kop en donkere kringen onder mijn ogen de wanhoop nabij was, omdat IK.WILDE.SLAPEN.
Ja, dat bezorgt me weleens een gevoel van spijt. Spijt dat ik toen verlangde naar 'als ze groter zijn, dan gaat alles beter'. Wist ik toen veel, natuurlijk. Dat die puberteit bijvoorbeeld ook kraters van valkuilen heeft.

En ja, effectief: nu zijn er twee tieners in huis. Wat ook zijn charmes heeft (het gezucht, de discussies en de rollende ogen niet meegerekend), maar ik betrap me er zelf op dat ik steeds meer smelt als er baby'tjes in de buurt zijn. Na de jongens had ik er hier nochtans lange tijd mijn buik vol van, maar nu gaan mijn eierstokken als een gek tekeer zodra zo'n schattig hummeltje in mijn vizier komt. Of als ik in mijn pen kruip voor Libelle Mama. Alsof mijn biologische klok (waarvan ik niet wist dat ik ze nog had) in een staat van wanhoop verkeert sinds die derde voordeur plaatsgemaakt heeft voor de vierde.
Of is het na de zoveelste 'pubercrisis' gewoon een vorm van heimwee?  ;) Naar de momenten waarop ze nog troost zochten op mama's schouders in plaats van boos naar hun kamer te lopen. En je hen gewoon bij hun gilet'ke kon grijpen als je ergens naartoe moest. In plaats van eindeloos te staan wachten op lummelende tieners.

Tegelijkertijd maakt de ratio hier meteen brandhout van dat emotionele hormonencircus. Ondanks het 'pleidooi' van mijn gynaecoloog die me recent nog subtiel eraan herinnerde dat het nu of nooit wasmoest ik het toch nog overwegen. En de jongens die toch wel heel erg graag 'een zusje zouden willen'.
Maar nee, dank u wel, het verstand weigert. Dat hoofdstuk is afgesloten.

En om mijn schuldgevoel met eentje te sussen, dat zou niet fair zijn, natuurlijk.

Nee, mijn leven nu is prima zoals het is. Steeds confronterender, dat wel. Maar daar zal nog een klein baby'tje niets aan veranderen. ;) Dus ik omarm het in al zijn facetten. Niets mooiers dan dat, denk ik dan.




zondag 24 december 2017

Donkere dagen voor kerst

Morgen is het kerst. En dan kan ik er bijna mijn klok op gelijkzetten: een portie weemoed vloeit door mijn dagen. En reflecteer ik bijna automatisch over alles wat het afgelopen jaar gebeurde. Met de Warmste Week op de achtergrond tokkel ik wat woorden op dit scherm en besef ik nog maar eens hoe het cliché der clichés echt wel klopt als een bus: gezondheid gaat boven alles.

Ik luister slechts met een half oor naar de radio-uitzending, maar toch pik ik de emoties op. Van de gulle gevers voor het goede doel tot de getuigenissen van mensen die iemand verloren dit jaar. Het blijft me altijd bij de keel grijpen.

Dat de Warmste Week plaatsvindt tijdens die donkere dagen voor kerst lijkt me niet toevallig, want het is voor velen een lichtpuntje, of liever: een vlammetje, in de duisternis. Het spreekwoordelijke hart onder de riem. Voor iedereen die een moeilijke periode doormaakt, maar ook voor degenen die een geliefde moeten missen. De kerstperiode is zo dubbel: een periode van warmte en verbondenheid, maar ook een periode met een zweem tristesse. Want tijdens die tijd van het jaar is niemand zo aanwezig als de geliefde die wordt gemist.

De afgelopen dagen waren letterlijk donker. De dikke mist hing als een sluier over huizen en bomen. De motregen leek wel op een tranendal uit de hemel.  Alsof nog een ander cliché der clichés: van die donkere dagen voor kerst, helemaal klopt.
Gisteren stapten we door dat donkere weer naar een plek die ik normaal nooit bezoek. Of enkel wanneer het echt moet. Om samen met de voetbalploeg van onze jongste voetballer afscheid te nemen van de papa van een ploegmaatje. Het werd een heftig moment, waarop het nog maar eens pijnlijk duidelijk werd dat het leven, fragiel als het is, een lichtflits is. Vluchtig en broos.

Reden te meer om mekaar tijdens deze dagen extra goed vast te pakken, om herinneringen te maken, om blije momenten vast te leggen. Zoveel als kan.

Veel sterkte aan iedereen die iemand moet missen.
x




donderdag 7 december 2017

Vriendschap boven alles

Afgelopen zondag was het dan zover. Hij had er keihard naar uitgekeken, die (ondertussen al tweede) tiener van mij: zijn langverwachte feestje met de vriendjes. Of vrienden. Ik betrap me er vaak op dat ik steeds twijfel wat ik moet zeggen: vriendjes of vrienden, zoontje of zoon,... Het voelt zo vertrouwd om te zeggen dat mijn zoontje zijn feestje viert met zijn vriendjes, maar ik besef ook dat die verkleinwoordjes stilaan plaats mogen maken voor de iets meer uit de kluiten gewassen versie. Maar toegegeven: de macht der gewoonte neemt nog (even) de bovenhand.

Hoe dan ook: een portie tienjarig testosteron beheerste mijn anders zo rustige zondag. In de plaats van mijn boek met de zachtheid van London Grammar op de achtergrond of een wandeling in het bos, met enkel de ritselende blaadjes en het fluiten van de wind in mijn oren, vlogen de decibels in het rond. Want ze gingen lasershooten, die tieners.
En het verbaast me altijd welke metamorfose er dan plaatsvindt. Wanneer je 10-jarige jongens een laserpistool en een lichtgevend harnas in de handen duwt, transformeren ze in kleine, hyperactieve krachtpatsers die oergeluiden lijken te produceren voor de kost.

Bijna een kwartier lang gaven ze het meest luidruchtige van zichzelf, om nadien met een portie suiker uitgeteld in de cinemazeteltjes onderuit te zakken voor de film. Als ouder heb ik me er ongeveer sinds een jaar of 10 bij neergelegd dat je cinemabezoekjes in kwaliteit dalen. De tijd dat we nog regelmatig naar een 'volwassen' film gingen kijken, kan ik me al niet meer herinneren. Nee, naar de film gaan staat tot nog toe in het teken van de kinderen en dus ook van de films die zij verkiezen.

Het werd Helden boven alles, eentje met een portie avontuur dus. Zoals je van echte jongens mag verwachten. En zoals ik ook verwachtte, was de vertoning eerder magertjes. Voor ons dan. De jongens, die een halfuur ervoor nog barstten van de energie, zaten erbij en keken er aandachtig naar. En toen ik ze daar met z'n achten op een rij zag zitten, viel het me op dat die 'kleine-jongens-vriendschap' echt niet meer zo 'klein' is. Integendeel, ze zouden voor mekaar door het vuur gaan.

Toen de voor mij eerder saaie film afsloot met "echte vrienden vinden mekaar altijd terug, ook al lopen hun wegen niet altijd even gelijk" kreeg ik net op de valreep toch nog een kropje in de keel. Wat een sterke quote! En plots kreeg de film voor mij een heel andere en mooie wending, want die acht helden daar op een rij delen een vriendschap die boven alles gaat.

En ik hoop voor hen dat dat voor altijd zo mag blijven.




zondag 5 november 2017

Lezen zonder filter

Ik hou enorm van lezen. Zolang ik er voldoende tijd voor heb. Wat helaas niet zo vaak het geval is. Of toch niet zoveel als ik zou willen. Want ik weet: als ik aan een (goed) boek begin, dan ben ik verloren. Hopeloos verloren. Dan moet alles en iedereen wijken. Dan mag de wereld bij wijze van spreken ontploffen. Of nee, ze mag ontploffen.
Dan kom ik zetel (of bed) niet uit, vergeet ik mijn haren te kammen, te eten, of eten te maken voor mijn huisgenoten. Dan sla ik blad na blad gebiologeerd om. Bijna geruisloos, bijna uit een soort van angst om de personages te storen. Alsof ze het verhaal ineens zouden platleggen of zo.
Het klinkt freaky. Dat is het ook. Zeker voor mijn huisgenoten die hoofdschuddend dan maar zonder mij aan tafel schuiven.

Ik kan ook geen boekenwinkel voorbijlopen zonder binnen te gaan. Of er een boek (of meerdere) te kopen. Gisteren nog. Ik ging enkel voor een wenskaartje en misschien een tijdschrift ook. Maar ik zou de om mijn aandacht schreeuwende schappen vol literair goud geen blik gunnen. Geen enkele. Of toch alleen even de top 10 bekijken. Heel even maar. En hopla, daar en dan was ik ineens die bekende vogel voor de kat. Al mijn goede voornemens ten spijt.

Lezen is als verdwijnen in een wereld die niet de jouwe is. Maar waar je toch thuishoort, zij het met een vleugje voyeurisme. Het is ook een beetje reizen. Reading gives us some place to go when we have to stay where we are. 
Het is my escape. Dat is de enige echte verklaring voor mijn 'afwijking', denk ik.

Dus ik geniet van die eerder zeldzame momenten waarop ik ongestoord kan marathonlezen. Zo kocht ik gisteren (ja, die vogel-voor-de-kat-situatie) het boek Leven zonder filter van columniste en journaliste  Fleur Van Groningen. En ook al weet ik al bijna 10 jaar dat ik hoogsensitief ben en las ik al alle boeken van Elaine Aron over het onderwerp, toch wou ik ook dit per se lezen. Wetende dat het misschien een herkauwing is van wat ik al jaren geleden las. Of misschien ook helemaal niet. Misschien omdat het nu zoveel actueler is dan 10 jaar geleden? Ik weet niet juist waarom, maar ik kocht het. Omdat ik het boeiend vind om andermans inzichten erover te lezen. Vooral iemand die het zelf aan den lijve ondervindt. (En dan ook nog eens over een ferme portie taalvirtuositeit beschikt.)

Want het is en blijft een boeiend onderwerp. Aanstellerij volgens sommigen, niet te omzeilen en zeker een feit, volgens anderen. Hoe dan ook: toen ik zoveel jaren geleden het boek van Elaine Aron las, was het voor mij duidelijk. Ik las ook haar boek over hoogsensitieve kinderen en ook daar vielen de puzzelstukjes in elkaar, want de oudste is bijna een prototype van hooggevoeligheid.

Vandaag is het steeds actueler. En da's goed. Maar soms bekruipt me het gevoel dat er net iets te kwistig gezwaaid wordt met de term. Net of het een of ander raar etiket is (net zoals die andere etiketten, waar ik ook al geen fan van ben) of nog erger: een excuus voor vanalles en nog wat. Daar heb ik het dan wel moeilijk mee. Want hoogsensitief zijn, is niet een of andere beperking. En dat zou ik willen, dat het duidelijker mag worden dat het net een sterkte kan zijn om als 'hooggevoelige' in deze drukke wereld te staan.

Dus het boek van Fleur ligt op mijn schoot en ik ben hoopvol, om nieuwe inzichten te ontdekken. Lezen zonder filter in 't kwadraat! :) Tot over 248 pagina's! :)

woensdag 25 oktober 2017

Zootje ongeregeld

Mama zijn, dat is accepteren dat je leven soms gewoon een onvervalst zootje ongeregeld is.
Dat varieert in gradaties, van het ene uiterste naar het andere.

Er zijn van die (eerder zeldzame) momenten dat er een soort van superhelden-alter ego lijkt neer te dalen en mijn dagen behendig in een strakke houdgreep neemt: gestructureerd met evenwichtige weekmenu's en voorbereide maaltijden, vlot en anticiperend met een afspraak bij de tandarts, osteopaat,... voor het hele gezin, harmonieus met vredelievende en goedgeluimde snoetjes. Paradijselijk zowaar.
Bijna triomfantelijk paradeer ik dan tussen mijn net gehaalde deadline, het huiswerk van de kinderen en het gezonde avondmaal dat ik met een zwier op de - uiteraard- netjes gedekte tafel katapulteer. WOOSHA!
Enfin, alles peis en vree, quoi.

Maar zoals in elk superheldenverhaal ligt er steeds een of andere booswicht op de loer. Een duveltje op mijn schouder die elke structuur overboord gooit en me transformeert in een verpersoonlijking van chaos.
En het lijkt dan wel alsof de Wet van Murphy zegeviert. Onverwachte gebeurtenissen zijn bijvoorbeeld the worst. Eentje die ziek wordt. Of ikzelf. Of vaststaan tijdens de zwaarste filedag van het jaar, waardoor de avondplanning helemaal in duigen valt. Dag gezond avondmaal. En dag yogales. (om wat meer rust in mijn leven te brengen, haha).
Overvolle weken, nog zo'n dooddoener. Omdat ik moeilijk nee kan zeggen. Mijn wasmand, waarvan de inhoud meermaals de staat van ontbinding bijna bereikt, heeft het geweten.
Om maar te zwijgen van een slechtgeluimde zoon, die thuiskomt en op een licht geïrriteerde toon me meldt dat ik NOG STEEDS NIETS HEB LATEN WETEN AAN DE LEERKRACHT voor het oudercontact. Hallo, aarde aan mama?!

En dan kijk ik in de spiegel en denk ik inderdaad: op welke planeet leef ik eigenlijk? Met mijn mascara bijna op mijn wangen (of zijn het wallen?). En besef ik dat ik toch echt wel grijze haren aan het kweken ben nu. Aan de lopende band, jawel!

En terwijl ik in die spiegel sta te turen, moet ik toch heel erg lachen met mezelf. Met die race die ik altijd wil lopen. En ik zeg bewust 'wil'; ik zou het ook clichégewijs op die snelle maatschappij kunnen steken die ons gewoon doet rennen, maar dat doe ik niet. De snelheid die mijn leven soms neemt, dat is mijn eigen keuze. En ook het twijfelgevoel dat ik weleens over mezelf heb als mama.
Ik neem het niet al te serieus, want in dit vertelseltje sta ik ongetwijfeld niet alleen met die gevoelens.
Samen met mij zijn er heel wat mama's, om nog maar te zwijgen van de alleenstaande mama's, die elke dag een race lopen en zichzelf frustreren in hun mama-kwaliteiten.

Maar ik hou me er sterk in dat nét die twijfelaars het eigenlijk heel erg goed doen. Jezelf regelmatig in vraag stellen, is een belangrijke bron van ontwikkeling. Zeg dat deze twijfelaar het gezegd heeft. ;)

En dat wordt nog eens bevestigd door andere zoonlief die thuiskomt met de warme boodschap dat hij nu echt wel een bepaald klasgenootje voor zijn verjaardagsfeestje zal uitnodigen, "omdat die jongen nooit gevraagd wordt, mama. Erg, hé."
Hartverwarmend en hartverscheurend tegelijk. Maar zo schoon van hem.
Dat mijn kinderen het hart op de juiste plaats dragen, stelt me gerust. En zegt me ergens 'je doet het best wel OK, hoor, met dat zootje ongeregeld van je.' ;)
.

maandag 4 september 2017

Alle begin is moeilijk

Hij fietste de straat uit. Een snel 'voorzichtig zijn, hé?' kreeg ik nog maar net uit mijn dichtgeknepen keel geperst. Hij moet de trilling in mijn stem gehoord hebben, of niet. Ik weet het niet. Maar ik ben blij dat hij niet meer omkeek, want dan had hij vast gezien dat ik het moeilijk had. En dat wou ik niet.
Niet op zijn eerste dag op die grote school. Dan heb je echt geen nood aan een 'achtergebleven' emotionele mama. Nee, dan wil je samen met je vrienden stoer naar school fietsen, een halfuur nog wel.
Ik weet niet wat ik die ochtend erger vond, hij die in het eerste middelbaar startte en dus plots een stuk groter leek dan de dag voordien of die lange fietstocht. 

Ik draaide me om, liep naar binnen en moest naar adem happen. Hoeveel 1ste septembers waren er nu eigenlijk al gepasseerd? En nooit had ik het zo moeilijk. Niet toen ze van de crèche naar de kleuterschool gingen, of van de kleuterschool naar de lagere school. Dit was toch een ander paar mouwen.

Het letterlijke loslaten had zijn intrede gedaan en ik moest daar, als bezorgde mama, vrede mee nemen. Gedaan met veilig aan de schoolpoort afzetten en ophalen. En mama's argusogen die alert zijn voor gevaar uit elk hoekje. Nee, nu moest ik mijn zoon, mijn eerstgeborene, uit handen geven. Talloze doemscenario's zijn die voormiddag door mijn hoofd geflitst. 

's Middags ben ik dan maar naar de stad gereden. Dat doe ik wel vaker. Liefst alleen. Om mijn gedachten te ordenen. Dan zet ik me op een bankje met een boek of een rustig terrasje en bestel ik een straffe koffie. Of in dit geval: iets anders straf. Want op 1 september, en zeker zo eentje met een grote mijlpaal, mag de apero al eens wat vroeger ingezet worden, toch? ;)
En dat deed ik ook op deze 1ste september. 

Alle begin is moeilijk, bedacht ik me op dat zonnige plekje, ergens in de stad. Ook voor mama's.
En stilaan herkwam ik weer van mijn emo-ochtend. Ca. 16u stond ik wel opvallend lang rond te draaien in de buurt van onze brievenbus. Seconden leken wel minuten, minuten wel uren. Totdat hij, breed glimlachend, kwam aangefietst. Mijn hart maakte een sprongetje van trots.
Enorme trots.

Bezweet stopte hij aan de brievenbus, enigszins verbaasd ook (terecht, want ik sta dus nooit te 'treuzelen' aan de brievenbus): "Ah, mama, wat ben je hier zo aan 't doen? Je was toch niet ongerust, hé?"

:)






vrijdag 18 augustus 2017

Stad naar mijn hart

Citytrippen, daar houden we hier wel van. Mijn mannen en ik hebben samen al een lijstje leuke steden mogen afvinken. Van Parijs tot Praag, Berlijn, Kopenhagen, Madrid en Innsbrück, tot onze eigen Belgische pareltjes natuurlijk. We houden van de gezellige ambiance in een stad, van mooie gebouwen, leuke parken en de typische lekkernijen. Variatie, dat is een must in dit gezin!

Barcelona staat ook nog op ons gezinslijstje.
Zelf was ik er al een paar keer. En het blijft een stad naar mijn hart. De ideale uitvalsbasis met kinderen, want nergens anders heb je zo'n fijne mix van zee, strand, cultuur en gastronomie als in Barcelona. Voor ieder wat wils. Tel daar de zon nog bij en je hebt een vakantie om in te kaderen.

In gedachten loop ik over de Ramblas, met mijn geliefden aan mijn zij. Onbezorgd, genietend van de ietwat overdrukke, maar bontgekleurde straat in het hartje van deze mooie Catalaanse parel. Beetje couleur locale snuiven. En ook al vermijd ik liefst die toeristisch platgelopen paden, toch is het een must when in Barcelona.

Dat je op zo'n plek zomaar doelbewust omvergemaaid kunt worden, gaat nog steeds mijn verstand te boven. En ja, overal ter wereld gebeuren er aanslagen. Jammer genoeg zelfs dagelijks. Die halen niet altijd het grote nieuws. Barcelona doet dat weer wel, net zoals Parijs, Brussel, Londen...
Het raakt me niet méér dan die andere aanslagen, die verder van mijn bed liggen. Ook deze keer leef ik mee met de slachtoffers. Maar als moeder ook extra met de familie van de Tongerse mama van 44, die er gisteren overleed. De mama die ongeveer van mijn leeftijd was, die niet zo ver hiervandaan woonde, die twee zonen had van de leeftijd van de mijne, die waarschijnlijk evenveel hield van de Spaanse stad als ik, ...

Dat kon ik zijn, daar op de Ramblas. Of de buurvrouw, of een vriendin of...
Je mag er niet te veel bij nadenken, zeggen ze. Nee, klopt. Ik probeer dat niet te doen, maar als mama is het toch sterker dan mezelf.
Ik kan er niet bij, dat we - en vooral onze kinderen - in deze wereld moeten leven. Die gedomineerd wordt door angst, die ons vaker dan vroeger over onze schouder doet kijken, die ons achterdochtiger maakt dan we eigenlijk willen zijn, die ons misschien ook wat onverdraagzamer of zelfs wat haatdragender maakt dan we zijn, die verdeling zaait. En een voedingsbodem vormt voor een zelfdestructieve maatschappij, waarin we geweld met geweld gaan bestrijden. En zo een kwalijke vicieuze cirkel in stand houden.

Deze wereld, deze aardbol... waarop nog zoveel moois te zien is. Zoveel platgetreden
én niet-platgetreden paden die ik nog wil bewandelen. Hopelijk samen met mijn gezin aan mijn zijde. Maar zal er dan echt altijd een portie angst mee in de koffer (en in die van mijn kinderen) gaan? De angst om op de verkeerde plaats op het verkeerde moment te zijn? Daar kan mijn verstand niet bij. Echt niet.

Veel sterkte aan de slachtoffers en alle nabestaanden.





dinsdag 8 augustus 2017

Midzomerdipje

Zo'n vakantie, da's zalig. Genieten van die zee van tijd, van #moetjustniks en zo. Van geplande dagen tot dagen waarop elke planning ver zoek is. En ook dat is heerlijk. Die balans tussen uitersten is helemaal iets voor mij: de ene dag vol actie, met ondersteboven hangen in het pretpark, wat cultuur snuiven in een stad of blotevoetenpad-fun tot de andere dag waarop de (terras)zetel mijn beste vriend is en ik niet verder kom dan de koelkast, om al rond 14u de aftrap voor de apero te geven (ah ja, zo vroeg al, want 't is vakantie!). Genieten met een grote G, noemen ze dat dan.

Ja hoor, dat doen we. En toch is er elk jaar dat midzomerdipje: begin augustus, de vakantie is halfweg, de kinderen (én mama en papa) zoeken naar inspiratie, lees: de verveling slaat toe, de kroost geraakt op mekaar uitgekeken, akkefietjes stapelen zich op, en ik beklaag me (elke zomer opnieuw) waarom ik wéér te laat was om hen in te schrijven voor dat ene extra kamp (last-minute-mama: check!). Het zijn zo van die momenten dat ik ons Hilde (Crevits) bij hare kraag zou willen grijpen en haar toebrullen dat 1 maand grote vakantie écht wel welletjes is, hoor! ;)

Zo, effe een schop tegen dat heilige vakantiehuisje. ;) Nee, ik geef toe dat het er hier niet allemaal -jodelahiti- jolig aan toegaat tijdens die ellenlange vakantie. Er zijn zeemzoete roze-wolk-dagen, tuuuuurlijk, maar er zijn er ook waarop de donderwolken dreigen en we best allemaal effe ons eigen ding gaan doen. Ik alleen aan de apero bijvoorbeeld. ;) En de rest op een of ander voetbalterrein. En hoera, dat is dan weer het voordeel van augustus: het nieuwe voetbalseizoen komt als geroepen! Dus dat alleen al is een prima remedie tegen dat midzomerdipje.

In combinatie met de wetenschap dat ik volgend jaar echt wel tijdig uit de startblokken moet schieten voor die kampjes! Note to self!